28.5.18

28 mei. De tuin als therapie

Ik ben veel buiten, lekker in de tuin. Ik vind het fijn om tussen de planten te werken en alles te zien groeien. Het werken in de tuin is voor mij een soort therapie. Het is geen modeltuin en het mag wat rommelig zijn. Als ik maar een beetje kan scharrelen en mijn creativiteit er op kan los laten.

Als ik daar bezig ben doen mijn handen van alles. Maar intussen kan ik nadenken over wat me bezig houdt.

Ik werk in mijn tuintje  maar het echte werk, het groeien van de planten, dat kan ik niet zelf doen. Ik verwonder me er over hoe iets kan groeien, uit een klein zaadje ontstaat een klein plantje. dat later groter zal worden en waar uiteindelijk een mooie bloem in komt.

Het enige wat ik er wel zelf aan kan doen is zorgen voor goede of in elk geval betere  omstandigheden.
Ik snoei de grote takken uit de struiken en
dun de klimop uit. Als ik de blaadjes op de grond zie liggen, ontdek ik dat sommige de vorm van een hartje hebben, ik denk aan Laura

Ik zaai wat zaden in de hoop dat ze zullen ontkiemen en kijk elke dag of ik al een klein puntje zie opkomen. Een zonnebloem, juffertje in het groen of een courgette zaadje.

Ik ruil wat kleine plantjes met de buren en
bespreek met hen de vorderingen van de groei. We verbazen ons samen over hoe snel iets groeit, of mopperen op de luizen die de jonge lootjes uitgekozen hebben als feestmaal.

Ik vang elke dag een leger aan slakken die mijn tuintje willen kaalvreten en gooi ze 50 meter verder op in het gemeente plantsoen. Maar voordat ik ze weggooi bekijk ik hoe ze er uit zien. Eigenlijk best mooi een slak, met zijn gekleurde huisje en zijn ogen op lange steeltjes.

Het zijn allemaal kleine dingen die me voor even wat afleiding geven in het verdriet om Laura. Ze verzetten mijn zinnen en zorgen er voor dat mijn overspannen hoofd in een andere 'mind-set' komt.

Maar zoals alles, doet de tuin me ook aan Laura herinneren.
Ze zuchtte vaak als ik haar er elk jaar weer op attendeerde dat er bloesems aan het boompje voor het huis kwamen. Of als mijn stokrozen zo mooi groot werden en ik steeds in juni vertelde dat de eerste bloem vaak bloeide op of rond de verjaardag van Lennard.

Ze draaide met haar ogen als ik midden in een gesprek even moest zeggen dat ik rucola had gezaaid. Of dat er een bloem zat in de courgetteplant.

Maar stiekem vond ze het allemaal vast net zo leuk als ik. Vorig jaar heeft ze in de kliniek een heel dienblad vol moestuintjes opgekweekt. En een klen hoekje van mijn tuin was ooit voor haar gereserveerd. Daar had ik zelf niets ovet te zeggen. Hoewel ze het vaak vermoeiend vond als ik uitweidde over mijn tuingeluk had ze het waarschijnlijk later net zo ontspannen gevonden als ik.

Ik plukte soms een paar sierlijke bloempjes die ik in een heel klein vaasje op haar nachtkastje zette. Daar genoot ze altijd van

Als ik het onkruid weg haal, of een grotere struik een andere plek geef in de tuin, als ik kijk naar een eerste bloem in de pioenroos, als ik met een vriendin langs de planten ga en we ons samen verwonderen, raakt mijn hoofd een beetje leeg. Op de een of andere manier worden mijn gedachten geordend en krijg ik wat ruimte.

Ik plantte de zelfde tulpen in de tuin als op het gaf van Laura. En ook nu weer heb ik op haar graf bloemen ingezaaid die ik ook in een hoekje van de tuin een plekje heb gegeven. Het geeft me verbinding met mijn meisje.
Ik kan niet wachten tot de eerste mini plantjes opkomen en ik hoop  natuurlijk dat er uiteindelijk bloemen zullen verschijnen.

Het werken in de tuin is voor mij een goede manier om mijn gedachten te laten gaan en ook te ordenen. Het brengen van wat orde in de tuin zorgt voor een stukje orde in de chaos in mijn hoofd.

25.5.18

25 mei. Hoe is het in de Hemel?


Ik zit in de tuin. Het is heerlijk weer. De lucht is helder blauw en af en toe drijft er een mooie witte wolk langs. Als hij voor de zon schuift verschijnen er mooie zilveren randjes langs.
Het blauw van de lucht is hemels. Als ik er naar kijk kan ik bijna verdrinken in die intense kleur. 
Het licht van de zon is zo fel dat ik er haast niet naar kan kijken. Hoe zou het daar zijn?
Hemels… Wat moet ik vaak denken aan de Hemel. Waar Lennard al zo lang is en sinds een half jaar Laura ook? En al die andere mensen die ik gekend heb?. Wat ben ik blij voor mijn kinderen dat ze daar al zijn. Dat ze het goed mogen hebben en volmaakt gelukkig zijn. Ik kan me er geen voorstelling van maken, maar probeer dat soms toch.

Als ik denk aan hoe het in de hemel is, kan ik het eigenlijk niet mooi genoeg bedenken. Het zal mijn grootste verwachtingen overtreffen omdat het zo anders en beter is dan hier op aarde. En ik niet beter weet dan hoe het hier is.

Er is geen verdriet, en geen onrecht. Er is geen rouw en gemis, geen ziekte en pijn Het leven wordt daar geleefd zoals God de mensen ooit bedoeld heeft. Waar iedereen tot zijn recht komt en zich geliefd voelt. En Laura en Lennard ervaren dat al.

Kunnen mijn kinderen zien hoe ik hier verder leef op aarde? Zullen ze het weten hoe verdrietig ik ben? Weten ze dat ik mijn best doe om verder te gaan met mijn leven hier op aarde? Ik weet het niet.
Ik fantaseer er soms over wat ze zullen doen. Samen fietsen in de hemel? Laura op haar gitaar aan het spelen? Of lekker varen in een bootje? Waarom niet eigenlijk…
Samen kletsen of naar hun opa, mijn vader gaan? Wie weet…
Ik laat mijn gedachten de vrije loop, het zal altijd mooier zijn dan ik zelf kan bedenken.


Ik kijk naar de lucht vanuit mijn tuinstoel en zie de zilveren randjes om de wolken. Het steekt zo mooi af tegen het intense blauw van de lucht. Ik stel me voor hoe mooi het dan wel in de hemel moet zijn.
Eén ding is zeker Jezus is daar ook. Vanuit de hemel zorgt hij voor mij. Maar in de hemel, zorgt hij ook voor mijn kinderen. Ook op die manier blijven zij altijd met mij verbonden.

21.5.18

21 mei. Een antwoord van God

Wat gebeurt er veel in mijn leven. Zoveel waar ik niets van snap. Twee keer een kind verliezen maakt dat ik veel vragen krijg.

Vragen over waarom en waartoe? Ik kan niet begrijpen waarom na Lennard ook Laura van me werd afgenomen, want zo voel ik het vaak.
Waarom er zo veel verdriet is en ik mijn kinderen moet missen.
Waarom is het lijden verdeeld zoals het is? Wat wil God? Wat wil Hij dat ik doe? Wíl Hij dat ik hier iets mee doe?

Ik heb na het sterven van Lennard geleerd om te kijken naar wie God is. Ik heb gezien dat Hij weet wat hij doet. Dat Hij een plan heeft, met iedereen. Al zie ik niet hoe, toch is het een uitgangspunt wat ik wel en nog steeds kan vasthouden.

Daar ben ik heel blij mee, want als ik dat niet meer zou hebben... Waar blijf ik dan? Het geeft een basisrust in alle onrust die er is. Waardoor ik verder kan en wil.
Het betekent dat ik uiteindelijk op God vertrouw, hoewel ik ook mijn vragen aan Hem stel. Het kan en mag er naast elkaar zijn.

Al die vragen...
Waarom God? Waarom twee keer mijn kind? Waarom moet ik nu wéér zo verdrietig door het leven gaan? Waarom het lijden van mijn lieve Lennard? En waarom moest het zo gaan met Laura? Tot ze niet meer wist hoe ze het leven verder moest leven? Waarom ook nog mijn meisje?

Ik stel mijn vragen en krijg geen antwoorden. Ze staan niet in de Bijbel en ik krijg geen stem uit de hemel die mij vertelt waarom dit allemaal gebeurt.

Maar, wil ik wel een antwoord?
Dat vraag ik me steeds vaker af.
Als ik een antwoord zou krijgen, zou ik mijn kinderen daar niet mee terug hebben.

Zou het antwoord wel bevredigend zijn? Misschien zou ik er boos van worden of nog verdrietiger dan ik ben.
Als ik een antwoord zou krijgen zouden er misschien nóg meer vragen komen. God vindt het blijkbaar niet nodig dat ik nu antwoorden heb.

Ik ben tot de ontdekking gekomen dat ik geen antwoorden verwacht en hoef te krijgen. Als het er de tijd voor is zullen ze vanzelf komen.
Ik ben voor nu blij dat ik me daar bij neer kan leggen.

Wat ik wel krijg?

Heel veel liefde van mensen.
Lieve vriendinnen en vrienden die al mijn verhalen elke keer weer aan willen horen.
Mensen die me steunen en tijd met me doorbrengen. Die naar me luisteren als ik er doorheen zit en bij wie ik uit kan huilen.

Twee lieve zonen met wie ik een fijne goede band heb die steeds hechter wordt.

Lieve broers en zussen en andere familie die voor me klaar staan en belangstelling voor me hebben.
Zowel van mijn ouderlijk gezin als van de kerk waar ik bij hoor.
Heel veel lieve post in de vorm  van kaartjes, nog steeds.

Fijne en meedenkende collega's en een werkplek waar ik alle ruimte krijg.
Ik heb veel steun aan mijn psychologe en mijn huisarts, de juiste mensen op de goede plek.

Zoveel mensen die me laten weten dat ze aan me denken en het laten zien door een hand op mijn schouder of arm te leggen of door zomaar een knuffel te geven, of het gewoon tegen me zeggen.

Ik hoor zo vaak: Ik kan niet veel voor je doen Petra. Ik kan jouw verdriet niet wegnemen. En dat laatste is waar. Maar als ik het moest doen zonder al die liefde, wat dan? Dan was het allemaal nog veel ondragelijker.

Het is allemaal liefde. Liefde die mensen aan me geven. Zo laat God zien dat Hij voor me wil zorgen. Al die mooie blijken van meeleven en hulp doen er dus zeker wat toe.

Ik heb veel vragen over wat er allemaal gebeurt. Vragen waar nu geen antwoord op komt, behalve één:

De liefde van mensen is een antwoord van God.❤




19.5.18

19 mei. Weer gaan werken, het voelt als afscheid nemen

Het rouwen om Laura neemt nog steeds een prominente plek in, in mijn dagelijks bestaan. Zoals ik al eerder schreef, ik vul er met gemak mijn dagen mee.
Het verliezen van haar zet mijn hele wereld echt op zijn kop.
Ik denk er de hele dag aan. Alles staat in het licht van dat zij er niet meer is.
De laatste weken besef ik dat het verdriet en de rouw in deze hevigheid voorlopig nog niet weg zijn. Wat ik ook doe, de rouw blijft en de pijn die daarmee gepaard gaat is er.
Het is nog een lange weg die ik af moet leggen over het pad van rouw.
Betekent dat dat ik al die tijd geen andere dingen kan doen dan alleen maar rouwen? 

In de afgelopen maanden heb ik regelmatig contact gehad met mijn werk. Af en toe bezocht ik de locatie en maakte ik een praatje. En ik had evaluatie gesprekken met mijn leidinggevenden over hoe het met me gaat.

Daarnaast bezocht ik regelmatig de Arbo -arts en werd er van alle kanten bekeken of en hoe ik zou kunnen terug keren naar het werk. Er werden voorzichtig plannen gemaakt, waarbij heel veel rekening werd en wordt gehouden met wat ik zou kunnen en willen.

Twee weken geleden ben ik weer begonnen met de eerste uren werken. Het was fijn om er te zijn en ik ben warm verwelkomd door bewoners en collega's. Dat heeft me goed gedaan. Langzaam aan ga ik het aantal uren uitbreiden, van twee, naar drie en de komende week 4 uren in de week.  Het is nog niet veel maar stapje voor stapje wordt het hopelijk steeds meer.

Als ik daar ben lukt het redelijk om mijn aandacht er bij te houden. Door de bewoners word ik vanzelf meegenomen in hun enthousiasme en door wie ze zijn. Daarbij heb ik lieve collega's die veel begrip hebben en me ruimte geven om het op mijn eigen tempo op te pakken.
Maar natuurlijk is Laura ook daar altijd in mijn gedachten.


Het venijn van het weer terug keren naar werken zit hem in het thuis komen. Die paar uurtjes ben ik even in een heel andere wereld geweest dan de wereld van rouw en het bezig zijn met Laura.
Waar was zij in die tijd? Hoe kan het dat ik zomaar ook met andere dingen ben bezig geweest? 
Het voelt alsof ik haar in die uren los moest laten en dat is wat ik echt niet wil.
Het is als afscheid van haar en dat doet gemeen pijn.
Het voelt alsof ik weer over ga tot de orde van de dag nu ze er niet meer is. Het klaagt me aan en dat maakt me onrustig en verdrietig.


De komende tijd wordt het vooral de uitdaging om te leren schakelen tussen de wereld van het werken en de wereld van de rouw om Laura.
Om te accepteren dat het leven echt verder gaat, ook nu zij er niet meer is. En dat terwijl mijn eigen wereld eigenlijk nog steeds stil staat en ik haar zo mis.

Ik moet gaan leren en ervaren dat ik zelf ook weer deel moet en mag gaan nemen aan de gewone wereld.
Het is een strijd tussen het willen rouwen en het verder gaan met mijn leven. Ik wil het allebei, maar het lijkt alsof het niet tegelijk kan.


Het hoort allemaal bij het rouwproces wat ik doorloop. Wil ik verder komen, dan moet ik stappen blijven zetten. Het voelt als afscheid van Laura, iets wat ik niet wil.
Maar verder komen wil ik wel. Daarom ga ik, al is het alleen maar om het te proberen.


Als ik terug rijd vanuit het werk kom ik bijna langs de begraafplaats.  Het voelt zo verdrietig dat het leven door moet gaan zonder dat Laura er nog bij is.

Ik kan niet anders dan daar heen rijden om naar het graf van Laura te gaan. Dat is wat ik doe. Ik  loop onder de bomen en luister naar de vogels. Ik huil. Want het leven gaat door. En Laura is er niet meer bij.

16.5.18

16 mei. De Zakdoekjesboom.

Bijna dagelijks bezoek ik de begraafplaats. In deze periode helpt het me om mijn rouwproces vorm te geven door dit gewoon elke dag te doen.

Ik loop onder de groene bomen zoals ze alleen maar in mei groen kunnen zijn. De zon schijnt en het is lekker warm. Soms ga ik even op een bankje zitten om letterlijk tot rust te komen.

Van binnen is het niet rustig. Het stormt en ik ben uit balans door het verlies van Laura.

Ik huil omdat ik haar zo mis. Omdat er niets meer aan te doen is en ik mijn meisje op geen enkele manier terug kan krijgen. Het voelt machteloos. Het is zo onomkeerbaar.

Wat moet ik vaak huilen als ik alleen al richting haar graf loop. En als ik even later kijk naar de foto die daar staat. Als ik er aan denk dat ik haar hier moest begraven en haar nooit neer zal zien.

Wat wordt er veel gehuild op deze plek. Zoveel mensen liggen er al  begraven in de korte tijd dat deze begraafplaats er is. Zoveel achterblijvers die moeten leven met gemis en verdriet...

Wat hebben er veel tranen gestroomd en stromen er nog steeds als mensen het graf van hun geliefden bezoeken.
Zoveel ...

Nadat ik bij Laura haar graf ben geweest loop ik door naar het veldje waar Lennard ligt begraven.
In het midden staat een boom.

De boom staat deze maand net als veel andere bomen in bloei. Maar deze boom is bijzonder. De bloeiwijze maakt dat er door mijn tranen heen een glimlach komt.

God heeft deze boom zo gemaakt dat de bloemen op kleine zakdoekjes lijken. Ze hangen daar nu in de boom als kleine troostdoekjes.

Elk jaar in mei hangen de zakdoekjes bij het graf van Lennard. Door deze boom laat God zien dat Hij er is als ik verdrietig ben en geeft Hij me een beetje troost.


De Nederlandse naam
van deze boom is 'Zakdoekjesboom' of Vaantjesboom. (De officiële naam: Davina Involucrata)

14.5.18

14 mei. De impact van een confronterend gesprek.


Ik ga op weg naar de kliniek waar Laura bijna een jaar lang was opgenomen.
Laura is daar op haar kamer overleden. Nadat ze haar gevonden hebben, is er nog geprobeerd om haar te reanimeren, maar te vergeefs. Ik was er zelf niet bij, daarom ga ik nu terug. Want Ik wil weten hoe het is gegaan. Alle informatie die er over Laura is wil ik hebben.
Lees verder over de impact van dit gesprek op mijn blog op de website van Ik mis je

13.5.18

13 mei. Moederdag.

Moederdag...

Weer een dag waarop ik geconfronteerd word met het gemis van mijn kinderen.

Toen Lennard was overleden en het moederdag werd overviel het me. Ik had het van tevoren niet bedacht hoe groot de impact van het missen van hem op deze dag zou zijn.

Nu ben ik wel voorbereid.  Al was het alleen al door de reclame op de tv en in de folders  die me er al weken op wijzen. Zoete tafereeltjes  van moeders met hun kinderen. Ze geven me een bittere bijsmaak door het gemis dat hierdoor benadrukt word.

Ik weet al hoe het voelt om een kind te missen op  moederdag. En wat het met me doet. Het doet pijn en het maakt me verdrietig. Wat zou ik ze nog graag een knuffel willen geven of zomaar gezellig samen zijn.

Laura liet op moederdag extra merken dat ze van me hield. Ze wilde dan van alles voor me doen en ik mocht lekker zitten niksen en doen wat ik zelf wilde. Zo lief! Ze stond op tijd op en maakte een lekker ontbijtje op bed voor me. Vaak kocht ze iets met chocola als kadootje.

Van Lennard lag er vaak een kadootje in de box. Dat hadden  ze op het dagverblijf voor hem en dus ook voor mij gemaakt.  Een aantal van die kadootje heb ik nog steeds bewaard.

Vandaag moeten de jongens aan het werk en zijn er geen kinderen thuis. Wat zal het stil zijn. Hoe ga ik de dag doorbrengen?

Ik kan niets beters doen dan vandaag naar mijn eigen moeder gaan. Ik besef hoe waardevol het is als je kinderen er gewoon  zijn op een dag als deze.
Mijn moeder heeft mij nog en ik heb haar.
Ik koop een klein kadootje om haar te verwennen. En om haar te laten weten dat ik van haar houd.

Ik kan niets beters doen dan vandaag naar het graf van mijn kinderen gaan.

Op moederdag....

12.5.18

12 mei. Na een half jaar: Tussen de rouw en het leven oppakken.

12 mei. Het is een half jaar geleden dat Laura is overleden.

Aan de ene kant nog maar zo kort... Het is nog als de dag van gisteren dat de schok van haar overlijden me stil deed staan in de tijd.

Het rouwen om mijn lieve meisje is een enorm karwei dat ik dag voor dag doe.
Het is een periode van grote chaos omdat mijn hele wereld op zijn kop staat.

Van onnoemelijk verdriet waarmee ik vaak geen raad weet. Ik kan er met gemak alle dagen van de week mee vullen. Want Laura is er altijd. In mijn hoofd, in mijn huis en overal waar ik kom. De rouw om haar heeft beslag gelegd op mijn leven. En voorlopig zal dit nog zo blijven.

Als ik elke dag apart tel, lijkt het ook een eeuwigheid dat halve jaar. De dagen rijgen zich aaneen. Een lange lange rij van dagen die gevuld zijn met (het verlies van) Laura.
Al een half jaar lang.

Elke dag opstaan met het besef dat ze er ook deze dag niet bij zal zijn. En elke avond weer naar bed gaan zonder dat Laura er was.

Elke dag is er één waarop ik haar ontzettend mis. Het maakt de dagen zwaar en verdrietig. Het maakt dat ik er tegen op zie om de dag te beginnen en waarbij ik mezelf er toe moet zetten om iets te gaan doen.

Ik zou zomaar nog een half jaar kunnen vullen met alleen het rouwen om Laura.  Mijn wereld is nog steeds niet veel groter dan het verliezen van mijn meisje. Alles in me vraagt er om om daar mee bezig te zijn.

Maar de wereld om me heen gaat verder. In het afgelopen halve jaar en ook in de tijd die komen gaat. Alles gaat door en ik sta stil.

Ondanks dat ik altijd wel zou willen blijven stilstaan bij Laura, wil ik toch zelf weer deel gaan nemen aan de wereld.
Omdat ik weet dat dat beter voor me is en ik verder wil in mijn leven.
Omdat ik niet in een soort impasse wil raken
Omdat mijn leven nu uit Laura bestaat, maar ik zelf ook een leven heb. Een leven waarin ik opnieuw moet zoeken naar hoe ik het moet leven.

Het is een gevecht tussen gevoel en verstand.
Tussen het bezig willen zijn met Laura en me ergens anders op gaan richten en concentreren.
Een gevecht om de chaos in mijn hoofd op re ruimen en stil te willen blijven staan bij de brokstukken die achterbleven nadat ze er niet meer was.

Ik wil stil blijven staan bij alles wat Laura is en was. Dat is wat mijn gevoel me ingeeft. Tegelijk wil ik weer verder leren kijken en de draad gaan opakken. Dat is wat mijn verstand me zegt.

Het is de kunst om het verstand en het gevoel bij elkaar te gaan krijgen en op die manier verder te gaan.
En bij alles wat ik doe zal laura voortdurend in mijn gedachten zijn. Vaak op de voorgrond en soms iets meer naar achteren.

Wat mis ik mijn lieve Laura.
Al een half jaar lang...
Het is een gevecht ...


10.5.18

10 Mei. Hemelvaartsdag; Hoop voor de toekomst, moed voor nu.

Het is Hemelvaartsdag. Een dag om ook stil te staan bij de hemel.
Doordat Lennard ruim 6 jaar geleden stierf en naar de hemel ging, ben ik de afgelopen jaren meer gaan nadenken over de hemel. En nu ook Laura daar is wordt dat alleen maar sterker.
Waar is de hemel? Hoe is het daar? Ik ben er heel benieuwd naar.

Ook naar wat Laura en Lennard daar nu zouden doen. Dat ze gelukkig zijn en dat er goed voor hen gezorgd wordt staat voor mij vast. Maar hoe het er echt uit ziet... Altijd mooier dan ik hier kan bedenken.

Het doet me beseffen dat er een toekomst voor alle mensen is weggelegd, na het leven hier. Het maakt dat ik daar in mijn dagelijkse leven rekening mee houd, het word meer een deel van mijn leven. Ik bedenk vaker dat Jezus elk moment terug kan komen en zie daar erg naar uit.

Het betekent niet dat mijn verdriet hier minder word. Het is geen goedmakertje voor het grote verdriet waar ik nu mee te maken heb. Het uitzien naar de hemel kan je niet gebruiken als een pleister op de grote wond van het verliezen van je kind.

Het grote gat van het missen van mijn kinderen ís er. Ik moet nú verder met mijn leven.
In mijn eigen situatie het leven verder leven zonder Laura en al langer zonder Lennard.
De pijn die dat geeft wordt niet minder omdat ik weet dat we elkaar in de hemel terug zullen zien. Mijn tranen stromen nog steeds omdat ik mijn kinderen hier en nu moet missen.
Het vooruitzicht dat ik misschien nog wel 30 jaar zonder hen verder moet, maakt dat ik er erg op kan zien tegen de toekomst van het leven nu.

Toch geeft het vooruitzicht dat er een toekomst na dit leven is me moed. Om vol te houden. Om verder te gaan.
Hoe zwaar het ook is en hoe weinig ik er van snap: God heeft een plan. Voor straks als we bij Hem zijn, maar ook voor nu. Ik weet niet goed wat God nu van me vraagt en van me wil, maar ik weet dat Hij ergens naar toe werkt. Naar een eeuwig leven bij Hem, maar ook in het leven nu en hier.
Daarom blijf ik zoeken naar zingeving.
Om nu misschien al een stukje van de hemel te ontdekken.


7.5.18

7 mei. Eens komt de grote zomer


Wat is het prachtig weer deze week.

De zon schijnt de hele dag en het lijkt wel midden zomer. De lucht is heel helder blauw en steekt af tegen het heldere frisse groen van de nog jonge blaadjes aan de struiken en de bomen. De natuur barst uit zijn voegen en de vogels fluiten waardoor het zomerse gevoel nog sterker wordt.
De mensen lijken meteen een stuk vrolijker. Als ik in de tuin zit hoor ik soms de geluiden van het strand een klein stukje verderop.

Ik ben blij met het mooie weer. Ook ik houd van de zomer, de zon en de warmte die daar bij hoort. Meestal krijg ik meer energie van de lange lichte dagen.

Maar dit jaar kan ik er niet voluit van genieten. Over het lichte van het zomerweer hangt een dikke grijze mist van rouw.
Het contrast tussen hoe ik me voel en hoe het er buiten uit ziet is te groot. Het verlies van Laura staat mijlen ver af van het vrolijke dat bij de zomer past.

Ik zit in de tuin en luister naar de geluiden die bij de zomer horen. Het doet pijn. 
De frisse heldere kleuren van het nieuwe leven in de natuur staan in schril contrast met het sterven van Laura.

De tranen springen in mijn ogen en ik huil omdat mijn meisje er niet meer is. Ik voel de warme zon op mijn huid. Het is heerlijk, maar van binnen voel ik de koude pijn omdat Laura het niet meer mee maakt. Ik wil dat ze er gewoon wél is. Dat ze ook had kunnen genieten van het mooie weer.
En dat ik dat samen met haar deed.

De rouw om Laura is er altijd. Niets helpt om het minder erg te laten zijn. Het missen van haar zit overal in, zelfs in het mooie zomerweer. Het hele jaar door zal ik moeten ervaren dat Laura er niet meer bij is. Alle seizoenen komen voorbij. Maar in de heerlijke zomertijd lijkt het missen het meeste pijn te doen.
Eens komt de grote zomer...

4.5.18

4 mei. Nog een keer de tulpen.

De tulpen op het graf van Laura.
Deze week zijn ze op het mooist. Ik ga er bijna elke dag even kijken om te zien hoe het er uitziet.

Maar eigenlijk meer om daar nog maar even te zijn. Om te denken aan mijn lieve Laura en even op de plek te zijn waar we haar lichaam achter lieten.

Ik kijk naar al die bloemen. Het past zo mooi bij mijn meisje. Het frisse zachte en kleurrijke van de bloemen laat zien hoe Laura was.

Ik ben er blij mee dat ik het graf van Laura voor even wat mooier heb kunnen maken. Maar ooh,  wat is het verdrietig.
Was het maar niet nodig geweest....

2.5.18

2 mei. De laatste gesprekken in Almere.

Voor de laatste keer rijd ik naar de kliniek in Almere. Ik heb er twee gesprekken.
In de afgelopen weken heb ik gemerkt dat ik toe ben aan het afronden van het contact dat er nog liep met de behandelaren van Laura. Ik heb daarom gevraagd om een afsluitend gesprek met twee van Laura’s therapeuten.

Het is fijn om te merken dat er nog zo veel tijd voor me wordt vrij gemaakt. En om te merken dat Laura nog lang niet vergeten is. Ze was daar echt Laura en zeker niet zomaar een cliënt.
De laatste vragen die ik heb worden beantwoord. En we praten over de afgelopen tijd. Natuurlijk is Laura vooral waar het over gaat.

Een jaar lang ben ik via Laura veel in gesprek met hen geweest. De turbulente periode die we door maakten heeft ook impact gehad op mijn leven en we hebben samen opgelopen.
Daardoor ben ik me op een bepaalde manier aan hen gaan hechten. Ze zijn voor mij met Laura verbonden. Het valt me zwaar om afscheid te nemen.
Toch is het goed om de gesprekken daar nu af te sluiten. 

Het afscheid van deze mensen is voor mij ook afscheid van Laura.
Ik sluit een periode af en daarmee verbreek ik weer een lijntje dat naar Laura leidt. Dat maakt het moeilijk voor me. Het doet pijn.

Ik loop een rondje om de kliniek om alles even te laten bezinken en me voor te bereiden op het volgende gesprek. Ik zie vanaf de buitenkant de verschillende kamers die 'van haar' waren 
Ik loop de straten door waar Laura ook vaak liep.  Zomaar voor een wandeling of om boodschappen te doen voor op de groep. Ik stel me voor hoe ze zich voelde. Hoe haar leven hier was, met veel stress somberheid en angst. Het is verdrietig om te bedenken dat ze het laatste jaar zo heeft doorgebracht.

Dan neem ik weer plaats in de wachtruimte, in afwachting van wat komen gaat. Ik ben gespannen omdat ik heb afgesproken met de twee hulpverleners die Laura hebben gereanimeerd.

Ik geef aan dat ik álles wil weten ook al is het confronterend. Hoe heftig het ook is. Voor mij is het belangrijk dat ik de gebeurtenissen van dat uur als een puzzel in elkaar kan leggen.
Ik wil weten hoe het met mijn meisje is gegaan en hoe ze haar hebben aangetroffen. Hoe lang het heeft geduurd en hoe het verder ging.

Ze vertellen me wat er gebeurde, ik zie het als in een film voor me. Ik krijg beelden bij wat ik hoor.

Als ik later weer terug rijd denk ik aan Laura. Ik vind het zo erg dat ze alleen is gestorven. Dat ik geen afscheid van haar heb kunnen nemen. Ik vind het verschrikkelijk dat dit voor haar de enige optie was om verlost te worden van haar ellendige gevoel.

’s Avonds móet ik nog even naar de begraafplaats. Naar de plek waar Laura's lichaam is begraven. Ik vind haar er niet terug, maar ik kan daar even aandacht aan haar geven.

Als ik weer naar huis fiets met de zon in mijn rug zie ik een donkere lucht voor me.
En even later, heel helder, een klein stukje van de regenboog.

Het is maar een klein stukje. Maar genoeg om te bedenken dat Laura daar is, in de hemel. Dat het nu goed met haar gaat. Beter dan ze het hier ooit had kunnen krijgen.
Genoeg om op te merken dat God er is die me laat weten dat Hij er voor mij is, nu ik me zo verdrietig voel.