Gisteren, tijdens en vlak na mijn bezoek aan het bedrijf voor grafmonumenten, was ik bijna blij met wat we besproken en bedachten.
Het is een fijn idee om iets moois en stijlvols voor Laura te laten maken. Iets wat bij haar past. Een herinnering aan Laura waar liefde voor mijn meisje uit blijkt. En het er eindelijk echt mee bezig zijn geeft een voldaan gevoel.
Maar toen ik daarna thuis was, kwam de impact binnen en werd mijn stemming verdrietig en opstandig.
Wat nou!... een steen uitzoeken voor op het graf van Laura!
Ik wil dat toch helemaal niet!
Ik wil dat ze hier nog is en dat ik er niet eens over ná had hoeven denken!
Ik wíl geen dochter die onder de grond ligt begraven! Die niets terug kan zeggen als ik tegen haar praat als ik haar graf bezoek. Ook niet als er de mooiste steen op ligt die ik zou kunnen bedenken!
Ik had willen bedenken wanneer ik met haar zou gaan winkelen en hoe ik een avondje uit met haar zou plannen.
Ik zou willen dat ik me druk moest maken over alle mooie leuke dingen die ze nog zou gaan beleven.
Ik zou spullen willen uitzoeken voor als ze op kamers zou gaan. En een mooie jurk voor bij haar diplomering. Ik zou van alles wel willen bedenken of samenstellen, behalve iets voor op haar graf.
Het doet veel pijn als ik om me heen kijk en meiden van Laura's leeftijd de dingen zie doen die bij die leeftijd horen. Rijbewijs, bioscoopjes pakken met vriendinnen, op kamers gaan en zelfs al trouwen.
Het is een schrijnend contrast met wat ik zie als ik om me heen kijk en zie hoe het leven verder gaat.
En natuurlijk, ik gun het iedereen om het normale leven te leiden. Volwassen te worden en steeds mooie stappen te kunnen maken, want zo hoort het ook.
Maar het grote gemis van Laura en daardoor ook het missen van die momenten is diep pijnlijk en het voelt oneerlijk.
Het zijn verdrietige boze gedachten die er zijn. Ze horen er bij, want dat Laura er niet meer is, ís ook alleen maar verdrietig.
Ik kan het niet veranderen, al zou ik zo graag willen.
Uiteindelijk zal ik moeten leren accepteren dat het niet anders is.
Aan het eind van de middag loop ik mijn bekende weg naar de begraafplaats. Daar ga ik zitten bij het graf van mijn meisje. Nu nog een stukje grond met wat bloemen., maar over een poosje staat er een mooi aandenken.
Ik zit in de stilte en kijk naar haar foto. Ik ben daar gewoon en voel me verdrietig.
Het voelt zo machteloos... Zo onomkeerbaar... Zo oneerlijk ook...
Dan ineens begint het te waaien. De wind blaast zachtjes maar zeker door de takken van de hoge bomen. Bladeren vallen ritselend naar beneden.
Het is een rustgevend geluid.
Het is alsof de wind me rustig wil maken en mijn onrustige stemming wil kalmeren. Me wil troosten in mijn verdriet.
Het is alsof de wind de stem van God wil zijn. En me laat weten dat ik niet alleen ben.