Net zoals vorig jaar, en het jaar daarvoor blijft het zoeken naar hoe ik deze dag wil doorbrengen. Eigenlijk voldoet er niets, omdat Laura er niet mee terugkomt.
Deze tijd van het heersende Corona virus maakt het extra verdrietig. De fysieke nabijheid van mensen is nu niet goed mogelijk, terwijl dat juist troostend kan zijn.
Toch is het de bedoeling dat mijn zus morgen komt, als we onszelf aan de richtlijnen houden is dat voor deze bijzondere dag mogelijk.
Voor het huis staat een prunusboompje, bijna in bloei. De eerste bloesems zijn net uitgekomen en een teer roze begint zich af te tekenen. De koolmeesjes, die ook op de begraafplaats zijn, vliegen er van tak naar tak. Ik hoop dat ze dit jaar een nestje gaan maken in het vogelhuisje dat ik erin ophing.
Het is een prachtig gezicht, zo'n boom vol beloftes. Maar het maakt me ook weemoedig en verdrietig, De tere net uitkomende bloemen, de bloei die er aan komt, doen me denken aan Laura, die juist op het moment van ontluikende bloei in haar leven, er ineens niet meer was.
Maar de boom geeft me toch ook een beetje hoop, omdat hij laat zien dat God voor Zijn wereld blijft zorgen, bij het afwisselen van de seizoenen.
Ondanks alles.