24 Juni,
de geboortedag van Lennard komt dichterbij. De afgelopen jaren was ik in de
weken er aan vooraf veel bezig met Lennard. Hoe zijn leven hier was, en daarmee
verbonden, hoe mijn leven met hem er toen uit zag. Maar ook veranderde. Ook
zijn overlijden na ruim 9 jaar was veel in mijn gedachten.
Dit jaar ben ik naast het verlies
van Lennard, meer bezig met dat ook Laura er nu niet meer is. De impact van
haar overlijden is te groot om opzij te kunnen zetten. Zelfs voor een paar
weken of een dag.
Het is een rare gewaarwording om nu
niet alleen bij Lennard stil te kunnen staan. Het voelt niet fijn, het is alsof
ik hem tekort doe. Met mijn verstand weet ik wel dat het niet geeft. Maar mijn
gevoel is het daar niet mee eens.
Gevoel en verstand zitten elkaar
behoorlijk in de weg.
Ik geef extra zorg aan het graf van
Lennard.
Ik koop er deze week nieuwe
plantjes voor en op een middag ga ik naar de begraafplaats met een paar emmers.
Ik neem alle steentjes van zijn graf mee naar huis en maak ze schoon. Om ze een
dag later weer terug te brengen. Het grafje ziet er nu weer netjes en verzorgd
uit.
Nu naast Laura ook Lennard in mijn
hoofd om aandacht vraagt, realiseer ik me dat het niet te doen is om om twee
kinderen tegelijk te moeten rouwen. Het lijkt te veel en geeft meer chaos dan
er al was.
Twee rouwprocessen tegelijk, brengen
nog meer aan gedachten en emoties met zich mee dan er al waren. Ik vind het
zwaar om deze weken door te komen. Terwijl het al zwaar genoeg was om zo
verdrietig om Laura te zijn. Er lijkt een schep bovenop het rouwen te komen.
Ik ben veel op de begraafplaats en
denk aan mijn kinderen die hier niet meer zijn.
Wat mis ik Laura en wat heb ik een
heimwee naar Lennard. Ik breng er uren door en kan er niet goed meer weggaan.
Het rouwen intensiveert zich. Het rouwen om twee kinderen vermengt zich. Het
geeft een niet goed te omschrijven groot verdriet.
Moet je mij nu eens zien lopen over
de begraafplaats, denk ik soms. Van het ene graf naar het andere. Van het ene
kind naar het andere. Ik ben verdrietig om beide, hoewel verschillend. Ik
bezoek ze beide maar ik vind ze niet.
Twee van mijn kinderen...
Wat heb ik veel om over na te denken.
Twee van mijn kinderen...
Wat heb ik veel om over na te denken.
Ik kom tot de ontdekking dat ik in
een jaar meer dagen heb waarop ik een kind gedenk dan dagen waarop ik een
verjaardag kan vieren. Het zijn heftige ontdekkingen die me bepalen bij hoe
mijn leven er nu uit ziet.
Het geeft alles bij elkaar dat ik niet verder moet kijken dan de dag van vandaag en die eerst moet zien door
te komen voor ik verder denk. Morgen is pas morgen.
En tóch.... en toch....
Tóch wil ik verder, ook al is het
allemaal zo veel.
Ik wil blijven knokken om niet voor
altijd stil te blijven staan, maar door te gaan met mijn leven. Om een manier
te vinden waarop ik het grote verdriet in kan weven in mijn leven. Om niet meer
te óverleven maar te leven.
Ik ben nog lang niet zo ver maar ik
wil er wel naar toe.
Ook al kost het me veel wilskracht, ik wil er nog wat van maken, al kan ik nu niet zien hoe het moet.
Hoe ik dat doe?
Het enige antwoord is, dat ik het
niet uit mezelf haal, maar dat ik het krijg.
De kracht om door te gaan put ik
niet uit mijn eigen bron.
Ook al lijkt het alsof het niet zo
is, de enige manier om dit vol te houden moet zijn dat God bij me is.