Aan het
einde van de middag gaat de zon langzaam onder. Het licht geeft de begraafplaats
een bijzondere aanblik. De geluiden van piepende koolmeesjes en boomklevertjes die achter elkaar aanzitten en de stilte door de afwezigheid van de wind
versterken de sfeer. Ook Laura 's graf wordt beschenen door de laagstaande zon
die het zand en haar foto in een zachtere tint dan overdag kleuren.

Het is een dag na haar sterfdag. Als ik bij haar plek kom, zie ik dat er veel bloemen liggen. Ze zijn daar neergelegd door mensen die haar niet vergeten zijn. Behalve bloemen liggen er ook andere dingen. Een potje met kleine steentjes erin, waarop herinneringen aan Laura geschreven zijn en een lijstje met een tekst erop.
Ik bekijk
alles en ik ben ontroerd door de liefde die uit al dit aandenken spreekt.
Zoveel bloemen voor mijn meisje en zoveel mooie herinneringen aan haar.
Het maakt me blij maar ook verdrietig.
Blij omdat Laura niet vergeten wordt, maar verdrietig omdat ik hier bij haar graf sta en er op deze manier aan haar gedacht moet worden.
Het maakt me blij maar ook verdrietig.
Blij omdat Laura niet vergeten wordt, maar verdrietig omdat ik hier bij haar graf sta en er op deze manier aan haar gedacht moet worden.