28.2.18

28 februari. Na 100 dagen.

Het voelt nog als gisteren of vorige week dat Laura overleed.
Die avond dat de politie aanbelde en ons moest vertellen dat Laura niet meer leefde, staat nog helder in mijn gedachten.
Die avond waarop we naar het ziekenhuis moesten en geconfronteerd werden met haar dood.

Toch was het vorige week al 100 dagen geleden.
100 Keer opstaan met de wetenschap dat ik mijn meisje vandaag niet zal zien. 
100 Keer naar bed gaan na een dag waarop ik verdrietig ben omdat ze er niet bij was.

Het lijkt nog maar zo kort geleden, maar 100 dagen is een lange periode als je iemand mist en weet dat ze nooit meer terug komt.

Ik ben die 100 dagen doorgekomen zonder Laura. Het is zwaar, maar als ik eerlijk ben geef ik toe dat het slechter had gekund.

Ik probeer zo goed mogelijk voor mezelf en voor de jongens -als ze er zijn- te zorgen.
Ik sta 's morgens op een niet al te laat tijdstip op en probeer elke dag gezond te eten.
Sinds een aantal weken ga ik bijna dagelijks naar buiten om een eind te wandelen.
Allemaal dingen waarbij ik probeer een goed ritme aan te houden en het leven zo goed en kwaad als het gaat door te komen.
Ik kom regelmatig bij een goede psycholoog die me helpt om mijn leven ook nu weer richting en overzicht te geven.
Soms lukt het me om op een creatieve manier bezig te zijn met Laura en haar overlijden.
En verder spreek ik veel af met mensen die dicht bij me staan en me kunnen steunen.

Andere dingen lukken nog niet goed.
Ik merk dat ik niet teveel van mezelf moet vragen. Iets moeten geeft al snel stress.
Het slapen wordt langzamerhand ietsje beter, maar met max. 5-6 uur per nacht houdt het nog steeds niet over.
Een aantal weken geleden dacht ik misschien weer te kunnen starten met werken, maar dat is echt nog te vroeg. Gelukkig heb ik heel veel begrip van mijn collega's en leidinggevende. Ik krijg ruim de tijd wat dit betreft.

Het verdriet is groot en diep. Als ik probeer het uit te leggen vind ik dat moeilijk. Het is niet zomaar te beschrijven.
Wat ik wel weet is dat ik verder wil. Ik ben er nog, en zal verder gaan met het leven.
Ik kan er voor kiezen om er geen zin meer in te hebben en het nut er niet meer van in te zien. En ik dénk ook vaak: Zonder Laura is er niets aan.
Maar ik heb nóg twee lieve kinderen waarvoor ik er wil zijn. 

Mensen vragen zich af hoe ik het doe. Waar ik de kracht vandaan haal. Ze noemen me sterk. Misschien heb ik mijn karakter mee, maar ook dan kan ik maar één antwoord bedenken dat een verklaring geeft:

In de jaren dat Lennard er was heb ik geleerd dat God er was en zorgde. Ook toen Lennard was gestorven liet Hij zien dat Hij er bij was. Ik heb ervaren dat God een plan heeft met ons leven.

Als God een plan heeft, weet ik dat het goed is. Ondanks dat ik er helemaal niets van snap.
Die wetenschap maakt dat ik nu, na het overlijden van Laura, juist op zoek ga naar zingeving. Ik weet nog niet zo goed hoe dat er dan precies uit moet zien, ik ben er naar op zoek.
Ik probeer het bijvoorbeeld door hier te schrijven en daarmee te laten zien aan anderen dat je verder kan na verlies. Zélfs na het verlies van twee kinderen.

Nee, ik voel me niet stoer en flink, want ik huil soms hele dagen en ik weet niet goed hoe ik de toekomst in de ogen moet kijken. Hoe ik ooit weer aan het werk moet gaan en andere verantwoordelijkheden op moet gaan pakken. Ik kan me niet voorstellen dat er weer een tijd komt waarop ik kan genieten van dingen, samen met die hele grote schaduw van verdriet.
Maar toch, ondanks al het verdriet weet ik dat God me kracht geeft, dat Hij er bij is.
Daardoor kan en wil ik verder.

Na 100 dagen kan ik zeggen dat ik een paar stappen verder ben gekomen op de weg van rouw. Het verschil tussen toen en nu is duidelijk aan te wijzen. Dat geeft een beetje hoop voor de toekomst.

26.2.18

26 februari. Ik mis je zó...


Het leven draait om Laura, ook al is ze er niet meer. Het is raar om te merken dat zij in haar afwezigheid meer plek in neemt, dan toen ze er nog was.
Mijn gedachten cirkelen de hele dag om haar heen.
Om wat er met haar is gebeurd.
Omdat ik haar zo mis.
Omdat ze nóóit meer terug komt.
Lees deze blog op Ik mis je.EO

23.2.18

23 februari. Jij bent kostbaar...

Vandaag valt er bij veel mensen een bedankkaartje door de brievenbus. Om te laten weten dat we het zo waarderen dat er met ons mee geleefd is en wordt.

In de afgelopen weken bedenk ik hoe het er uit moet gaan zien. Langzamerhand krijgt het meer vorm en uiteindelijk ben ik tevreden over het idee. 

Het is fijn voor me om dit te kunnen doen. Want ik doe het als het ware voor Laura. Door het te bedenken en uit te voeren kan ik Laura nog iets geven.
Ik denk tijdens het ontwerpen aan haar, en aan de afgelopen tijd. En dat is waar ik mee bezig wil zijn. 
Maar hoe fijn het is om iets voor haar te kunnen doen, zo verdrietig is het ook. Het had eigenlijk niet zo moeten zijn...

Als de kaartjes gedrukt zijn en gebracht worden ben ik er bijna blij mee, maar tegelijk maakt het me ook verdrietig.
De voorkant van het kaartje sluit aan bij de woorden die klonken tijdens de rouwdienst; 'Jij bent kostbaar in Mijn ogen.'  Zoals God kijkt naar Laura, kijkt Hij naar alle mensen. Het geldt niet alleen voor haar. Ik vind het daarom mooi om dit op de voorkant te zetten.
En ook voor mij is Laura zo kostbaar. Ik houd nog zielsveel van haar. Daarom ontroert het me om het kaartje te bekijken en haar foto te zien.

Ik schrijf deze week heel veel namen en adressen op de enveloppen van degenen die op de begrafenis aanwezig waren. Het doet me stil staan bij al die mensen, die afscheid kwamen nemen van Laura. Ik denk weer aan de dag waarop ze begraven werd. Herinneringen van die dag komen naar boven, 

Vandaag breng ik heel veel kaartjes rond, en brengt de postbode er bijna net zo veel bij mensen verder weg. Ik ben er de hele dag druk mee en fiets het halve dorp door.

Aan het einde van de middag, als ik weer een stapeltje heb weggebracht kom ik langs de begraafplaats. Het is voor mij logisch om daar nu heen te gaan.
De zon gaat bijna onder en de wolkjes in de blauwe heldere lucht kleuren oranje-roze. De wind heeft ze wat uit elkaar geblazen waardoor het net mooie zachte veertjes lijken.
Ze doen me denken aan mijn lieve meisje met haar zachte karakter. Het maakt me weemoedig als ik daar loop en bij haar graf sta.

Vandaag heb ik hiermee weer een stukje afscheid genomen van mijn meisje. Ik wil het graag af hebben, maar als het morgen klaar is kan ik ook dit niet meer voor haar doen


21.2.18

21 februari. Een Roosje.

Een roosje op het graf van Laura. Wat is het fijn om dit te doen, even een beetje aandacht geven aan mijn meisje.

Ik haal een bos rozen bij de winkel, mooie wit-roze rozen. Als ik thuis kom zet ik ze in de vaas, maar ik laat twee roosjes op het aanrecht liggen.

Eén roosje snijd ik extra kort af. Het krijgt een mooi plekje in een klein vaasje op het tafeltje waar ik vaak zit te denken aan Laura, en waar ik graag over haar schrijf. Er brandt een kaarsje en haar foto staat er. Een plekje om aan Laura te denken en met haar bezig te zijn. Een plekje waar ik  mijn gedachten aan het papier toevertrouw en intussen mijn verdriet inweef in mijn leven.

Het laatste roosje laat ik nog even liggen. Later op de dag ga ik naar de begraafplaats. Ik loop onder de bomen door. De lucht is blauw en de vogels zingen. Wat is het goed om nog even hier te zijn. Om bewust stil te staan bij mijn mooie dochter.

Ik leg de roos op haar graf. Naast de rode hartjes die er staan. Een kleine markering voor mijn meisje. Een moment voor mezelf om bij haar stil te staan.

Als ik thuis kom zie ik het plekje voor Laura op mijn schrijftafel. De mooie foto en het kleine roosje.

Er is een soort verbinding tussen thuis en de plek waar we Laura hebben begraven.
Dat is fijn, want mijn meisje lijkt nu een klein beetje dichterbij.

19.2.18

19 februari. De hele dag...


Het is iets meer dan drie maanden geleden dat Laura overleed.
Het coconnetje waar ik eerder over schreef lijkt weg te zijn.
De realiteit dat Laura nooit meer terug komt is groot en rauw.

Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat voel ik het verdriet in me zitten, het maakt me labiel.
Natuurlijk is huilen goed. Maar het is niet altijd en overal heel handig.
Daarom ben ik nog veel thuis, en maak ik heel veel wandelingen naar de begraafplaats.

Het is nu blijkbaar tijd om mijn tranen te laten lopen.
Dus huil ik veel, soms de hele dag.
Om mijn lieve meisje dat hier niet meer is,
En omdat ik haar zo verschrikkelijk mis.

17.2.18

17 februari. Doei Tommy...


Vandaag neem ik weer een stukje afscheid van Laura, deze keer in de vorm van Tommy. Tommy is een kater die bijna drie jaar geleden in een doos naast de bank in de woonkamer geboren is.
Laura was helemaal blij met het nestje jonge katjes.  Ze heeft eigenlijk weinig gespijbeld in haar leven maar op de ochtend dat ze geboren werden is ze later naar school gegaan dan de bedoeling was.
Ze vertroetelde de poezen en vond het heerlijk om ze, als ze uit school kwam, aan te halen en er mee op de bank te kroelen. Toen ze in de kliniek was miste ze de dieren dan ook behoorlijk en ze heeft me bijna zo ver gekregen dat ik er stiekem één mee zou nemen voor een uurtje.
De poezen hoorden dus vooral bij Laura. Nu ze er niet meer is, merk ik dat ik het steeds meer als opgave ga zien om voor twee katten te zorgen. Ze hebben recht op goede verzorging en dat kan nu beter bij iemand anders. Voorlopig blijft de andere poes Yolo nog wel.
Vandaag wordt Tommy opgehaald. Het is beter zo, al vind ik het toch ook lastig. Het is alsof er weer een klein stukje van Laura letterlijk de deur uit gaat.

13.2.18

13 februari. The day after


De dag na mijn verjaardag.

Wat zag ik tegen die dag op, al weken merkte ik dat het me dwars zat.
Laura zo te zullen missen. Jarig moeten zijn terwijl ik me ver van feestelijk zou voelen.

Met dat het dichterbij komt kan ik meer los laten. Ik weet uit ervaring na het overlijden van Lennard, dat het niet zo veel zin heeft om de dag tot in detail te regiseren. Er gaan altijd dingen anders dan je het plant. Wanneer ik wil dat er niets buiten die planning om gebeurt krijg ik stress, en dat moet en wil ik mezelf niet aan doen.
Het enige wat ik echt niet wil, is een kamer vol bezoek, maar zo ver komt het niet.

's Morgens vroeg ga ik naar de begraafplaats en leg ik een paar roosjes neer bij mijn kinderen, zoals ik me had voorgenomen.
Het is er zo mooi! De zon schijnt en een heel dun laagje sneeuw bedekt de grond.
Het is verdrietig, maar ook goed voor me om de dag hier te beginnen.

Ik laat me feliciteren door mensen die dat willen en laat ik het bezoek binnen dat komt. Ik neem de cadeautjes aan die de jongens, andere familie en vrienden voor me hebben mee genomen. En we eten een taartje.
Ik maak 's avonds lekker eten klaar en we zitten met fijn gezelschap aan tafel.

Ik bedenk in de loop van de laatste week, dat hoewel ik me niet feestelijk voel, ik het me zelf niet moet ontnemen dat er mensen voor me zijn die me willen steunen en er voor me willen zijn. Familie en vrienden die ik gewoon nodig heb op deze dag.

Ik merk dat er zo veel mensen om me heen staan, die er voor me willen zijn. Mensen die een lief meelevend berichtje of appje sturen. Die begrijpen dat het een moeilijke dag is, waarop ik Laura en Lennard extra mis.
Het voelt als een warme deken als ik besef hoeveel meeleven er is en hoeveel mensen dit laten weten. Ik bedenk dat ik het de mensen om me heen ook niet moet ontnemen om er voor mij te zijn.


In de middag wandel ik samen met mijn zus nog een keer de kant van de begraafplaats op. Nóg maar even daar zijn. Omdat ze er zo bij horen.

We praten over Laura en over haar laatste periode. Het is goed en fijn om haar zo op deze dag aandacht te geven.

We hebben het over Lennard, die lieve Len...


En ooh... wat mis ik mijn meisje. Haar lieve aandacht en aanwezigheid, het ontbijtje op bed, haar stem, haar zorg, en haar vrolijkheid van voor dat ze ziek werd.
Haar knuffels en het zingen boven op haar kamer.
Het schrijnt de hele dag door.
Wat mis ik mijn ventje, al is het raar om te merken dat het missen van hem zo veel anders voelt dan in het begin.

Vandaag is het tweede dag in mijn nieuwe levensjaar.
Er ligt een heel nieuw jaar voor me. Zonder Laura en zonder Lennard.
Het voelt als een eeuwigheid die ik niet door kan komen. Maar het zal moeten.

Ik zal verder moeten zonder hen.
En ik wíl ook verder, maar hun afwezigheid zal me verdriet geven.
Het voelt als een enorme berg die voor me staat.