28.1.18

26 januari. Jolplek 003

In de afgelopen maanden komt er naast heel veel kaarten ook zakelijke post voor Laura. Al vrij snel na haar overlijden vallen er brieven op de mat met als aanhef: 'Aan de erven van... ' Het is behoorlijk confronterend om dat te zien staan. Ook na het overlijden van Lennard kwam er dit soort post. Het is daarom voor mij geen totale verrassing om deze aanhef te lezen, maar het blijft toch heftig.

Het beste is maar om dit soort brieven meteen af te handelen, dan gaat het niet in mijn hoofd zitten en hoef ik er niet over te piekeren. Er moet nu eenmaal van alles geregeld worden voor bijvoorbeeld de belastingdienst, de zorgverzekering of de studiefinanciering.

Ook via de mail komen soms berichtjes binnen.  Het is een lastig klusje om deze te beantwoorden met de mededeling dat mail niet meer nodig is omdat Laura er niet meer is. Toch is het beter voor me om ook dit wel te doen, omdat bij elk mailtje de confrontatie er weer is.

Vorige week kwam er een mail binnen van het havenkantoor. Laura had jarenlang in het zomerseizoen een ligplek voor haar bootje. Elke zomer genoot ze enorm van het varen op het Wolderwijd.  Het was een enorme uitlaatklep voor haar. Ook in de afgelopen zomer heeft ze nog een aantal keren lekker kunnen uitwaaien, soms samen met iemand, maar ook wel eens alleen.

Ik mail een kort berichtje terug naar het kantoor, waarin ik vraag om mijn mail adres uit de lijst te halen en waarin ik de huur van een ligplek voor het bootje van Laura opzeg. Ik leg kort uit wat de reden hiervan is.

De volgende werkdag krijg ik een heel betrokken mailtje terug van de algemeen directeur van de jachthaven. De man spreekt zijn medeleven uit en is geschokt door mijn bericht.  Al lezend raak ik onder de indruk van zijn schrijven. Hij is erg begaan met Laura en met ons. Uit respect en piëteit voor Laura zal jolplek 003, Laura's vaste plekje, het komende jaar niet verhuurd worden. En ter nagedachtenis aan Laura mogen wij als familie er het komend seizoen iets neer zetten.

Als ik die week de jongens spreek en het hen vertel zijn ook zij onder de indruk. Voor hen en voor mij is het heel fijn dat we op deze manier vorm mogen geven aan het rouwen om Laura. Hoe we dit gaan doen weet ik nog niet, maar dát we het gaan doen staat al vast.

25.1.18

25 januari. Knipoogjes in de berm.

Vandaag komen Yvonne en Lianne. Mijn nichtje en haar vriendin. Zij waren ook alle twee bij de begrafenis, waar Lianne de foto's maakte.

We hebben afgesproken om bij te praten, over die dag en over Laura. Er is zoveel te vertellen en te delen. We hebben alle drie onze eigen gedachten over wat er is gebeurd en het is fijn om zo bij elkaar te zijn en het met elkaar over haar te hebben.

Over de verdere invulling van de middag hebben we het nog niet gehad, maar dat komt goed. We gaan in elk geval naar de begraafplaats. Even een stukje lopen. En letterlijk stilstaan bij Laura. Uiteraard gaan we ook naar het grafje van Lennard.

Er zijn nog bloembolletjes over die we kregen rond de begrafenis van Laura. Als ik wil dat die dit voorjaar nog bloeien, moeten ze toch echt de grond in.  
De meeste zijn geplant op het graf van Laura. En ook op het grafje van Lennard zijn een aantal van die bolletjes geplant. Daarna had ik er nog een aantal over die ik in mijn tuin een plekje heb gegeven. De allerlaatste bollen liggen nog te wachten om ook de grond in te gaan.

Ik bedenk deze week een plannetje om ook die laatste bolletjes een goede bestemming te geven.  Ik durf het niet zo goed alleen te doen, want het ziet er misschien een beetje raar uit als ik het doe. Maar met deze twee meiden durf ik het wel. Als ik het ze voorstel zijn ze meteen enthousiast en doen ze mee.

Als we naar de begraafplaats gaan, nemen we een schepje mee en het tasje met de laatste bollen. Onderweg stoppen we steeds en maken we in de bermen een kuiltje in de grond waarin we een bolletje doen. Zo maken we een spoor van mijn huis naar de begraafplaats. Over een poosje als ze hopelijk uit gaan komen is de weg naar het graf van Laura en Lennard versierd met narcissen en blauwe druifjes.

Het is een beetje onwennig in het begin, maar al snel hebben we de smaak te pakken. We letten niet zo veel meer op de mensen die ons een beetje raar na staren. We doen gewoon wat we willen doen en markeren de route naar de begraafplaats.

Het is goed om dit samen te doen. We zijn niet zomaar bolletjes aan het planten in de bermen. We zijn bezig voor Laura. We denken aan haar en we doen het voor haar. Als ik straks in het voorjaar naar de begraafplaats loop of fiets wijzen de bloemen me de weg.

Elke bloem zal een knipoogje zijn dat me aan Laura doet denken, voortaan als ik een narcisje in de berm zie staan, waar dan ook, denk ik aan Laura.

22.1.18

22 januari. Een coconnetje.

Het is of de afgelopen maanden als in een waas voorbij zijn gegaan.  Alsof ik in een bubbel of een coconnetje zit. Of onder een grote glazen stolp.
Ik zie en hoor wat er om me heen gebeurt, maar het is niet belangrijk. Ik sta er buiten en doe niet helemaal mee. Ik leef in mijn eigen wereld, de wereld waaruit Laura ineens verdwenen is.
Mijn gevoel lijkt voor een deel uitgeschakeld. Alsof God dat coconnetje om me heen geweven heeft, waardoor ik niet alle pijn en verdriet, die opnieuw in mijn leven kwamen, in één keer hoef te ervaren. Ik zie vaak in de ogen van de mensen om me heen hoe verschrikkelijk het is dat Laura er niet meer is. Ze huilen er om en ze huilen om mij, terwijl ik zelf met droge ogen mijn verhaal doe.

Het is wel makkelijk, dat beschermende laagje waardoor ik kan blijven functioneren. Want ik doe wat ik moet doen en kan zelfs nadenken over de meest nodige dingen. In het begin het regelen van de begrafenis en alles daar om heen.
Ik kom elke dag op een redelijke tijd uit bed en houd het huishouden een beetje bij. Ik krijg het voor elkaar om bijna elke dag een fatsoenlijke maaltijd te bereiden en eet zo gezond mogelijk. Ik probeer er voor de jongens te zijn en belangstelling voor hen te tonen. Ik rijd auto en doe de boodschappen.
De rest van de wereld lijkt door te gaan terwijl ik in mijn eigen wereld zit. Als ik ergens anders heen moet, lijkt het me te overweldigen, vooral daar waar veel mensen zijn die zich met hele andere dingen bezig houden, waar het niet over Laura gaat.
De cocon en de wereld tegelijk kosten heel veel energie. Ze gaan niet samen.
Alles ‘buiten’ strookt totaal niet met wat er zich in mijn hoofd afspeelt. Ik kijk nog weinig TV. Terwijl ik voor het overlijden van Laura in elk geval het nieuws keek of een praatprogramma. Het boeit me totaal niet. Er is maar één ding belangrijk: Laura! en zij is er niet meer…  

Toch voelt het ook niet altijd prettig om in die bubbel te zitten, want het gevoel is er wel degelijk. Soms duwt het van binnen en moet het er uit!  Dan word ik onrustig en chagrijnig. Ik zoek dan even de rust op de begraafplaats. Even ‘bij Laura zijn’ en bij het mooie grafje van Lennard. Of even bij mijn tafeltje zitten om te schrijven en aan haar te denken.
Af en toe komt er een barstje in het coconnetje, waardoor het gevoel naar buiten komt. Dan is het er meteen heftig en in volle hevigheid. Dat gebeurt wanneer er mensen zijn die een beetje voor me zorgen en lief voor me zijn. Als ik bel met één van mijn zussen, of wanneer ik bij de psychologe van me af praat. Wanneer ik ’s nachts wakker lig, alleen met mijn gedachten en er geen afleiding van buitenaf is.

Het coconnetje wordt dunner en dunner. En de barstjes worden scheuren. De waas trekt langzaam weg om plaats te maken voor de realiteit:
Laura komt nooit meer terug.

20.1.18

20 januari. Het leven is kwetsbaar

Het is op een zondag aan het einde van de ochtend. Wydo is een klein half uur geleden in zijn auto gestapt om te gaan werken en ik wil iets te eten maken voor mezelf.
Ik kijk naar buiten en zie dat er een politie auto door de straat rijdt. Hij stopt twee huizen verderop en ik schrik ontzettend!

Het is nog niet zo lang geleden dat de politie bij ons aanbelde om te vertellen dat Laura was overleden. Een politie auto in de straat kan voor mij op dat moment maar één ding betekenen: Er is iets mis! En ze komen het me zo vertellen.

Ik voel me misselijk worden en ik sta te trillen op mijn benen. 'Wydo!' denk ik. Er is vast iets gebeurd! Een ongeluk? of misschien nog erger? Het duurt lang voordat er een agent uitstapt. En intussen bedenk ik de ergste scenario's.

Ik app en bel Wydo om te vragen of hij veilig is, maar hij neemt zijn telefoon niet op. De spanning in mijn lijf neemt toe. Evenals mijn ongerustheid.
Ik loop heen en weer door het huis en bid hardop: 'Laat het niet zo zijn God!'
Hoe vaak heb ik in het afgelopen jaar zo door mijn huis gelopen...

Na tien minuten van angst, waarin ik me steeds beroerder voel rijdt de auto de straat weer uit. Ik ben zó opgelucht! Er is niets aan de hand gelukkig.

De rest van de middag kom ik bij van de schrik. Het duurt even voordat mijn eetlust weer terug is en mijn knieën weer normaal hun werk doen.

Later in de middag komt mijn vriendin en kan ik stoom afblazen. En Wydo appt dat hij gewoon aan het werk is en dat ik niet ongerust hoef te zijn.

De angst voor dat er nog een keer iets met één van mijn kinderen zal gebeuren is groter geworden nadat Lennard is overleden. Het sterven van Laura heeft daar nog een schep bovenop gedaan. Twee keer een kind verliezen...
Niemand geeft me de garantie dat het niet nog eens gebeuren zal. Ik heb ervaren hoe het is en dat het kan.
Het leven is zó kwetsbaar...



13.1.18

11 januari. Heel veel spullen, even veel herinneringen

Er ligt een enorme hoeveelheid aan spullen op Laura's oude kamer. Nadat mijn zus en ik vorige maand haar kamer in Almere hebben leeggemaakt, heb ik alles laten staan zoals we het toen thuis hebben neergezet. Het is zo veel wat er uitgezocht moet worden, dat ik niet weet waar ik moet beginnen. Daarom komt mijn zus weer om me te helpen. Ze is heel erg betrokken bij alles, maar heeft wel net dat beetje afstand om me te helpen beslissen over wat er met de spullen van Laura gebeuren moet.

Als ze komt, drinken we eerst koffie. Uitgebreid. Ik rek de tijd stiekem een beetje. En merk aan mezelf dat ik er tegen op zie. Het is zo veel. Het lijkt één grote brij waar niet doorheen te komen valt. Het zal confronterend zijn om alles te zullen zien en vastpakken.
Alle dingen van Laura, zijn ook een beetje Laura zelf.
Ik wil eigenlijk niks weg doen, want daarmee heb ik het gevoel dat ik Laura zelf een beetje weg doe. Het is een stukje afscheid en afscheid nemen doet pijn.

Toch wil ik dit gaan doen. Nadat Lennard overleed heb ik veel dingen lang bewaard. Maar doordat het er zo lang lag, werd het steeds lastiger om iets weg te doen.  Op den duur ging het me in de weg liggen en zelfs irriteren. Het gaf chaos in mijn hoofd. En dat wil ik niet meer. En dus moet ik aan de slag.

We sorteren Laura haar kleding en zoeken haar papieren uit.
We stoppen alle toiletspullen bij elkaar. Ik heb genoeg deodorant en tandpasta voor een jaar, zeker als je mijn eigen voorraad er bij optelt.  Belangrijke dingen om te bewaren en ook gewoon rommel wat meteen weg kan.

Soms zorgt het voor een glimlach op mijn gezicht en dan weer komt er een brok in mijn keel. Met het uitzoeken komen de herinneringen aan Laura naar boven.

Een kaartje van het karten, dat ze de dag voor haar overlijden nog met Harrold en Wydo heeft gedaan.
Een kettinkje dat ik haar eens voor haar verjaardag gaf, en wat ze een tijd trouw heeft gedragen.
Een shirtje dat ze zelf geweldig vond, maar waar ik een hekel aan had.
Tekeningen, foto's, tassen, schoenen, make-up. Schrijfwaren, schoolboeken, muziek schriften en meisjeshebbedingetjes.
En heel veel sportkleding. Want wat hield ze er van om lekker hard te lopen, eerder thuis, maar ook tijdens haar opname in de kliniek.
Nagellak in allerlei kleuren, ook in de kliniek werd er heel wat afgelakt door de meiden met elkaar.
Uit alles spreekt Laura. Alles is Laura.

Veel doen we samen, maar sommige dingen moet ik echt zelf doen. Het kijken in haar papieren neem ik voor mijn rekening. Ik vind ook daarin van alles: Verslagen van school, die ook over haar eigen ontwikkeling gaan. Waardevol om nu terug te lezen.
Liedjes die ze geschreven heeft of gedichten. Al dan niet gemaakt als opdracht tijdens de therapie.
De dagboekjes zijn het heftigst. Daaruit kan ik meer begrijpen waarom ze zich vaak niet oké voelde. Het is verdrietig om te lezen, naast dat het me ook helpt bij het puzzelen en zoeken naar antwoorden.

Er is een enorme hoeveelheid aan kaarten. Allemaal post die Laura in het afgelopen jaar heeft gekregen van heel veel lieve meelevende mensen. Wat raakt me dat! Wat is er veel met Laura mee geleefd in dit afgelopen jaar!
Ik stop alle post bij elkaar in een doos en neem me voor om het niet zomaar weg te doen. Ik denk niet dat ik alles precies ga lezen wat er is geschreven. Het is post voor Laura. Maar ik wil al dit meeleven  in de vorm van kaartjes ook niet zomaar weg doen.


Aan het eind van de middag hebben we veel door onze handen laten gaan. Met al die dingen, net zo veel herinneringen aan mijn meisje. Er komt veel boven en er gaat veel door me heen. Mijn hoofd is er vol van.

Als het al begint te schemeren trekken we onze jassen aan en gaan we naar buiten.
Op momenten als deze kan ik maar één ding doen: Naar de begraafplaats.
Naar de plek waar we Laura haar lichaam hebben begraven.
De laatste plek waar we afscheid van haar hebben genomen.
Ze is daar niet, maar ze lijkt net even dichterbij.

8 januari. Terug naar de kliniek.

Daar ga ik. Op weg naar Almere voor een gesprek met een aantal mensen van de kliniek.  Ik zie er niet tegenop. Ik zie er juist naar uit.

Het is al weer een poos geleden dat ik deze mensen sprak. Ze hebben met elkaar, ieder met eigen professie, heel goed voor Laura gezorgd en lieten zich er niets aan gelegen om zich voor haar in te spannen.
Ik heb grote bewondering voor deze mensen gekregen en voor het werk wat ze doen. Zij maken een enorm verschil voor jongeren zoals Laura, die kampen met depressie of angst, of andere psychiatrische problemen. En ze maken verschil voor ouders zoals ik.

Ik rijd de vertrouwde route. Altijd als ik hier in de toekomst zal rijden, zal ik aan de kliniek en aan Laura moeten denken. Het is onlosmakelijk met haar verbonden geraakt.

Als ik aankom neem ik plaats in de wachtruimte waar ik regelmatig heb gezeten.Vaak met Laura.
Het is raar om hier te zitten en te kijken naar andere ouders, die hier samen met hun kind zijn.
Ik kom hier óók voor mijn kind, maar ze is er niet meer.

In de afgelopen weken mocht ik aangeven waar het gesprek over moet gaan. Ik heb mijn vragen al eerder doorgemaild, en heb er nog een paar bij bedacht.
We praten over Laura.
Over haar laatste weken.
Over wat er zich in haar hoofd heeft afgespeeld.
Over de laatste middag.
Over het laatste uur.
Ik word bijgepraat door de mensen van de kliniek.

Maar ik kan hen óók bijpraten. Laura hield dagboekjes bij waarin staat wat haar bezig hield. Hierdoor kunnen we haar beter begrijpen.
En er zijn afscheidsbriefjes. Het is aangrijpend en heftig.
Ik wil dat het niet nodig was dat ze deze briefjes schreef. Maar het is toch fijn dat ze ze heeft na gelaten.

Het is intensief en het is veel. Maar het is goed om dit te doen. Om met elkaar te praten over hoe het heeft kunnen gebeuren dat we met elkaar Laura niet konden overtuigen dat haar leven de moeite waard was en is.
Ik ben blij met- en geraakt door de betrokkenheid die er ook nu nog is. Ik lees die in de ogen van deze mensen en hoor het in wat ze me vertellen.

Na anderhalf uur is de tijd om. We nemen afscheid en ik bedank hen voor hun inzet en hun betrokkenheid. We spreken af om later nog eens contact te hebben. Omdat er weer nieuwe vragen zullen rijzen, of omdat er nieuwe informatie naar voren komt.

Als ik weer thuis ben komen de emoties.
Het heeft veel met me gedaan om daar te zijn.
Om te benoemen wat er gebeurd is, wat zo veel impact heeft op mijn leven.
Om de sfeer weer te proeven van de kliniek, daar waar Laura was en waar de mensen zijn die haar kenden.
Omdat ik in het afgelopen jaar zoveel met Laura en met deze mensen heb meegemaakt.
Om alles wat er door mijn hoofd gaat.
Omdat Laura, waarover het vanmiddag ging, hier niet meer is.

11.1.18

4 januari. Met de 'hele' familie.

Hoe raar het ook is, het leven gaat gewoon door. Het nieuwe jaar is begonnen en mijn moeder is jarig geweest. Ze is 80 jaar geworden en ze wil het graag met het hele gezin vieren. Dat was al maanden geleden het plan.

Hoe dichter bij het komt, hoe meer ik er tegen op zie. Ik ben nog veel het liefste thuis, heel soms ga ik bij een vriendin langs voor een paar uurtjes. Een halve dag ergens heen lijkt me echt een klus. En dan heb ik het nog niet eens over een feestje. Met de hele familie...

De hele familie.
'Iedereen is er!' roept iemand. Ik betrap mezelf er op dat ik het óók dacht, maar meteen realiseer ik me dat het niet klopt. 'Iedereen' zal er nooit meer zijn. Het schrijnt en het doet pijn!

Mijn moeder is jarig en we moeten het vieren. We doen het ook, ze wordt maar één keer 80. Maar wat missen we Laura allemaal.
Er kan geen foto gemaakt worden met alle kleinkinderen.
Wat missen we haar lieve aandacht voor de jongere neefjes en nichtjes.
Wat missen we haar gezelligheid tijdens de gesprekjes en haar aanwezigheid onder de oudere neven en nicht.
Wat missen we haar...
Wat mis ik mijn meisje...

De jongens hebben het ook zwaar. We zijn alle drie gesloopt als we terug rijden. We praten nog wat in de auto. Over wat lastig was op deze dag. En wat we moeilijk vinden. Dat Laura's afwezigheid zo tastbaar is.
En dat het er niet alleen Laura is die we missen, maar Lennard ook.

10.1.18

1 januari 2018. Het nieuwe jaar in.

Oudejaarsdag.
Een dag met veel mooie herinneringen aan Laura. Ik bakte oliebollen die Laura de lekkerste van de hele wereld vond. Wat kon ze er van genieten om op die dag af te spreken met een vriendin om samen hun kleine tradities te houden. Chocolademelk drinken in het dorp en daarna bij mij lekkere verse oliebollen halen.
Op oudejaarsavond gingen we sjoelen. Iedereen zette iets in en de winnaar kreeg alles. Een vuurpijl, een kniepertje, of iets anders kleins. Laura was bloedje fanatiek!

's Nachts na één uur gingen we vaak nog even de dijk op om te kijken naar het vuurwerk boven Harderwijk. Ik had er nooit zin in, maar ging toch met Laura mee, samen met een buurmeisje en vriendin. En naderhand was ik zo blij dat ik het had gedaan. Want het waren uurtjes om nooit meer te vergeten.

Het kan allemaal niet meer met Lautje er bij. Ik bak geen oliebollen en we gaan niet sjoelen. 's Nachts de dijk op zou ik nu zo graag met haar gedaan hebben.

De jongens hebben alle twee plannen om oud en nieuw elders te zijn. Helemaal prima! Laat ze alsjeblieft hun eigen weg zoeken, ook hierin!
Ik zie behoorlijk op tegen die avond en overweeg om maar gewoon naar bed te gaan om 11 uur. Maar eigenlijk is dat helemaal geen goed idee.

Er komen lieve vrienden van me, die de avond met me doorbrengen. Ze gaan mee naar de kerk en in de dienst zingen we een lied waarbij we als gemeente weer aan Laura terug denken. Het 'Dooplied' van Sela . Dat is mooi en fijn! En ook verdrietig.
Het lied klonk toen Laura de kerk uit werd gedragen na de samenkomst en we zongen het de zondag er na ook in de kerk.

De avond brengen we al pratend door. Genoeg gespreksstof. Als het over Laura gaat en over alles wat er is gebeurd houd ik het lang vol.

Nieuwjaarsdag.
Een nieuw jaar. Een heel lang jaar zonder Laura.
Ik vind het moeilijk. Veel mensen wensen elkaar het beste toe aan het begin van het jaar. Er klinkt verwachting in door. Hoop op mooie dingen die er zullen komen. 

Ik kan het niet verdragen.
Want hoe kom ik dat hele lange jaar door zonder mijn lieve meisje? Als ik haar ga missen bij alles wat we mee maken? Als zij geen deel neemt aan de herinneringen die we gaan maken? Natuurlijk is ze er bij in mijn hart. Maar dat kan me niet troosten.


3.1.18

Donderdag 28 december. Blog op 'Ik mis je'

Naast het bloggen hier op mijn eigen weblog, mag ik ook gastblogger zijn voor de website 'Ik mis je'. 
Op deze website kan je veel informatie, herkenning en artikelen vinden over rouw en verlies van een dierbare.https://ikmisje.eo.nl/

Hier kan je mijn eerste blog voor deze website lezen.